Voor wie komende zondag nog niet naar een van de
Eucharistievieringen kan gaan, is er toch gelegenheid om met ons als parochie
mee te vieren, via de Mis via livestream vanuit de Lambertuskerk. Live zondag
14 juni, om 11:00 uur, hier: https://www.youtube.com/watch?v=gcVr5WtDjIk
donderdag 11 juni 2020
donderdag 4 juni 2020
Nieuwsbrief dit weekend
Ook deze week komt er een nieuwsbrief uit voor het komend weekend. Daarin hebben we voor het eerst sinds het begin van de coronamaatregelen weer een agenda.
Het parochienieuws wordt nog gedomineerd door de toepassing van de maatregelen. We leggen uit wat de bedoeling is met het reserveren voor de kerkdiensten. We leggen uit wat eisen zijn met betrekking tot de gezondheid van degenen die zich aanmelden. En we doen een aanbod voor kwetsbare ouderen die toch graag de communie willen ontvangen.
U vindt de nieuwsbrief HIER OM TE DOWNLOADEN.
Lezingen en overweging zondag 7 juni
Eerste Lezing Ex.,
34, 4b-6. 8-9
In die dagen besteeg Mozes 's morgens vroeg de Sinaï, zoals
de Heer hem bevolen had. De twee stenen platen nam hij mee.De Heer daalde neer
in een wolk, kwam bij hem staan en riep de naam van de Heer uit. De Heer ging
hem voorbij en riep: "De Heer ! De Heer is een barmhartige en medelijdende
God, groot in liefde en trouw." Onmiddellijk viel Mozes op zijn knieën en
boog zich neer. Toen sprak hij: "Och Heer, wees zo goed en trek met ons
mee. Dit volk is wel halsstarrig, maar vergeef toch onze misdaden en zonden, en
beschouw ons als uw eigen bezit."
Tussenzang Dan.,
3, 52, 53, 54, 55, 56
Refrein: U komt de lof toe in alle eeuwen.
Geprezen zijt Gij, Heer, God onzer Vaderen, U komt de lof
toe in alle eeuwen. Geprezen uw heilige roemrijke Naam, U komt de lof toe in
alle eeuwen.
Geprezen zijt Gij in het huis van uw glorie, U komt de lof
toe in alle eeuwen. Geprezen zijt Gij op de troon van uw koninkrijk, U komt de
lof toe in alle eeuwen.
Geprezen zijt Gij, die de diepten doorschouwt, tronend op
kerubs, in alle eeuwen. Geprezen zijt Gij in de koepel des hemels, U komt de
lof toe in alle eeuwen.
Tweede Lezing 2 Kor., 13, 11-13
Broeders en zusters, Laat alles weer goed komen, neemt mijn
vermaning ter harte, weest eensgezind, bewaart de vrede, en de God van liefde
en vrede zal met u zijn. Groet elkander met de heilige kus. U groeten al de
heiligen. De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap
van de heilige Geest zij met u allen. Amen.
Alleluia
Alleluia. Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
God die is, en die was en die komt. Alleluia.
Evangelie
In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: "Zozeer heeft God
de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie
in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft
zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de
wereld door Hem zou worden gered. Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld,
maar wie niet gelooft, is al veroordeeld omdat hij niet heeft geloofd in de
Naam van de eniggeboren Zoon van God."
overweging onder de afbeelding
Overweging door pastoor Seidel
Als wij ons neerbuigen voor God, knielen, aanbidden, wat
voor een God aanbidden we dan? Buigen we ons neer omdat God anders ons hoofd
wel zal buigen? Knielen we omdat God ons anders op de knieën zal dwingen?
In de eerste lezing zien we Mozes aanbiddend neerknielen, en
het trof mij waarom. Er staat immers: “de Heer is een barmhartige een
meelijdende God, groot in liefde en trouw”. Zo is onze God, en daarom mogen we
Hem aanbidden. Niet omdat het moet, maar omdat zijn liefde het opwekt. Niet uit
dwang of winstbejag, maar in vrijheid, volle vrijheid. God geeft ons de ruimte.
Niet omdat Hij groot is in schrikwekkendheid en massaliteit, maar in liefde en
trouw. Groot in kleinheid dus eigenlijk, want liefde en trouw zijn grote woorden,
maar eenvoudige daden.
Wij aanbidden een barmhartige God, zeggen we met Mozes. Wat
betekent dat? Het evangelie legt dat uit: "Zozeer heeft God de wereld
liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem
gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben”. God is een
barmhartige Vader, niet zomaar in zich, maar in de gave van de Zoon. En dat
alles met als doel om de mens gelukkig te maken, voor eeuwig. Dat gegeven, dat
brengt ons tot eerbied, tot liefde. Als wij die God aanbidden, aanbidden we
niet alleen zijn glorie als God, maar ook zijn glorie in ons. Wij aanbidden als
kinderen, in de kracht van dezelfde H. Geest die Gods eigen wezen is. We
aanbidden in gemeenschappelijkheid met Hem. Wat een intimiteit! Wat een gave
voor een mens die zoveel kleine en grote tekorten heeft ten overstaan van de
almachtige en volmaakte! Hoe meer je eerlijk jezelf ziet, hoe groter je
verbazing over God. Hoe kleiner je wordt, hoe groter Hij je maakt. Dat is de
barmhartheid, dat is de gave Gods! Het is zoals de tweede lezing besluit, en
waarmee wij iedere eucharistie openen: “De genade van de Heer Jezus Christus,
de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen”. De
gave van het leven is de genade, door Christus. De barmhartigheid van de Vader
is de liefde van God. De intimiteit, de stroom, de communicatie (zoals er
letterlijk staat), dat is de gemeenschap van de Geest. Dat alles is ons deel,
omdat God het met ons, kleine mensen, deelt.
Welnu, als God zo groot is in kleinheid, dan worden wij
nieuwe mensen. Wie zo ontdekt wat echte liefde is, gaat niet alleen aanbidden,
maar ook beminnen. Het leven vanuit de Drievuldigheid is het leven als concrete
gemeenschap. Het principe is heel eenvoudig: God is niet alléén in zich, maar
zijn liefde brengt eenheid. Zo zijn wij mensen niet alléén in de wereld, maar
de liefde die wij van God ontvangen, maakt ons één, als broers en zussen. Dat
blijkt uit wat de tweede lezing heel treffend noemt: “Laat alles weer goed
komen, weest eensgezind, bewaart de vrede, en de God van liefde en vrede zal
met u zijn. Groet elkander met de heilige kus. U groeten al de heiligen.” Wie
als nieuwe mens wil leven is barmhartig naar anderen, vergevingsgezind: hij
laat alles goed komen. Hij is eensgezind, omdat God in zich ook niet verdeeld
is. Hij bewaart de vrede, omdat vergeving en eenheid de onvrede uitsluiten. En
op die manier is de liefde en vrede van God zelf ons deel. Dat laat ons onze
broeders en zusters heilig groeten en kussen, dat betekent: niet zinnelijk
geladen, maar wel intiem. Heel nabij, maar geestelijk. Het maakt ons geestelijk
één met de broeders in de hemel, de heiligen.
Wij aanbidden dus een drieëne God. Niet omdat Hij ons
dwingt, maar omdat Hij ons vrij maakt. Wij aanbidden zijn barmhartige liefde,
die leeft in ons. Wij aanbidden de genade van Christus, de liefde van God, en
de intimiteit van de Geest. Wij zijn vrije mensen die zichzelf geven aan onze
medemensen. Niet omdat het moet. Maar omdat de Geest ons vrij maakt naar
elkaar, en eenheid schept. Mogen we zo het feest van de Drievuldigheid vieren:
als het feest van intimiteit met God en gemeenschap met elkaar, als nieuwe
mensen. Amen.
Viering in de kapel van Binderen tijdelijk niet mogelijk
In goed overleg met het stichtingsbestuur van de Kapel van Binderen, is afgesproken dat de komende tijd (minstens tot september) er geen vieringen in de kapel zullen plaatsvinden. Daaronder vallen doopsels en huwelijken.
De reden is zeer eenvoudig. Onze premier heeft gisterenavond in zijn persconferentie nog eens duidelijk gesteld: "de anderhalve-meter regel is niet onderhandelbaar." Of we dat nu leuk vinden of niet, daar moeten we ons aan houden. In de kapel van Binderen is het onmogelijk een viering te houden met inachtneming van die verplichte afstand.
Het zal met het dopen en vieren in de kapel wat onze parochie betreft net zo gaan als met alle andere maatregelen die we nu getroffen hebben rond de kerken: zolang de anderhalve-meter samenleving er is, blijft dit van kracht.
Wij rekenen op ieders begrip.
zaterdag 30 mei 2020
Lezingen en overweging Pinksteren 2020
Eerste Lezing Hand.2,1-11
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op
dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige
wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. Er verscheen
hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen
neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde
talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in
Jeruzalem Joden, vrome mannen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de
hemel. Toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop en tot zijn verbazing
hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal. Zij waren buiten zichzelf en
zeiden vol verwondering: "Maar zijn al die daar spreken dan geen
Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen
moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en
Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied
van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als
proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken
van Gods grote daden."
Antwoordpsalm Psalm
104
Refrein: Zend Gij uw Geest dan komt er weer leven, dan maakt
Gij uw schepping weer nieuw.
- Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, wat zijt Gij groot, Heer
mijn God ! Hoeveel is het, wat Gij gedaan hebt, Heer, en alles in wijsheid
gemaakt, de aarde is vol van uw schepsels.
- Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om, en keren terug
tot de aarde. Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven, dan maakt Gij uw
schepping weer nieuw.
- De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan, Hij vinde zijn
vreugde in al zijn schepsels; Mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn, dan zal ik
mij in de Heer verheugen.
Tweede Lezing 1
Kor.12,3b-7.12-13
Broeders en zusters, Niemand die zegt: "Jezus is
vervloekt," staat onder invloed van de Geest van God; en niemand kan
zeggen: "Jezus is de Heer," tenzij door de heilige Geest. Er zijn
verschillende gaven, maar slechts een Geest. Er zijn vele vormen van
dienstverlening, maar slechts een Heer. Er zijn allerlei soorten werk, maar er
is slechts een God, die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons
wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen. Het
menselijke lichaam vormt met zijn vele ledematen een geheel; alle ledematen,
hoe vele ook, maken tezamen een lichaam uit. Zo is het ook met de Christus. Wij
allen, Joden en heidenen, slaven en vrijen, zijn immers in de kracht van een en
dezelfde Geest door de doop een enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt
met een Geest.
Alleluia
Alleluia. Kom Heilige Geest, vervul de harten van uw
gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. Alleluia.
Evangelie Joh.20,19-23
In de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren
van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden,
kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: "Vrede zij u." Na
dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen
waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen:
"Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u." Na
deze woorden blies Hij over hen en zei: "Ontvang de heilige Geest. Aan wie
ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn
ze niet vergeven."
Overweging door pastoor Seidel
Als we spreken over de Kerk, wat horen we dan? Vandaag op
Pinksteren vieren we de geboorte van de Kerk. De heilige Geest wordt uitgestort
over de apostelen en zij trekken naar buiten. In de kracht van de heilige Geest
overwinnen zij hun eigen angsten en reserves om de opdracht die Jezus bij zijn
Hemelvaart had gegeven uit te voeren: “Gaat uit, naar alle landen, doopt hen in
de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.” Dat is het eerste verhaal
over de Kerk.
Als wij onder elkaar spreken over de Kerk, wat horen we dan?
Niet het Pinksterverhaal. Wij luisteren naar verhalen over corona-protocollen, bisschoppen
die niet voldoende mogelijkheden zou geven om de Kerk door deze crisis heen te
loodsen, verhalen over parochies die nu leeg zouden lopen, en ja, wij zien al
jaren dat onze kerken steeds leger worden, de populatie steeds ouder en nu die
coronatijd… het lijkt wel de overlevingszucht van de oude reus ons meer zorgen
baart dan haar levensadem…
Als we onder elkaar spreken over de Kerk, beseffen we wel
wat we dan horen? Ik hoor hetzelfde als in de hele samenleving:
onderbuikgevoelens van bezorgdheid en angst over de toekomst. Ik hoor ook
mensen die zelf lid zijn van de club waarop ze vervolgens ook bergen kritiek
hebben – zoals ook Nederlanders zich soms zo laatdunkend uitlaten over hun
eigen land dat buitenlanders zich wel eens afvragen: maar hebben jullie dan
geen trots? Iemand zei eens: “Het probleem met de Kerk sinds de jaren 60 is
niet de leegloop van het aantal gelovigen, maar de innerlijke leegloop van de
mensen die zijn blijven komen.” Keiharde diagnose, maar een geweldige oproep om
als gelovige er nu echt zelf iets aan te doen.
Ja, dat laatste is het tweede pinksterverhaal: een schril
contrast tussen het vuur van de eerste christengemeente en de uitgeblustheid
van de eigentijdse. Het verschil tussen enthousiasme enerzijds en somberheid
anderzijds.
Waarom, broeders en zusters, zouden wij eigenlijk Pinksteren
vieren als we geen zin hebben om die tweede houding vandaag op het kerkplein
achter te laten? Waarom Pinksteren vieren als we niet meer zouden geloven dat
het wonder van vuur en enthousiasme niet dik tweeduizend jaar geleden is
gebeurd, maar vandaag, heden, aan ons gebeurt?
Als we spreken over de Kerk, hebben we het dan over een
geloofsgemeenschap? Ik zou het toch denken! Niets anders brengt ons in wezen
samen dan het simpele feit dat we samen ergens in geloven. En niet zomaar
ergens in. Wij geloven in God als onze Vader – heel nabij – Jezus als onze
Christus en Verlosser – heel concreet – en de heilige Geest als de Helper –
heel actueel. Hoe iedereen ook zijn of haar eigen beleving daarbij heeft, dát
delen we allemaal samen. Als wij werkelijk gelovigen zijn en dat samen willen
beleven – kom op: dan geloven we toch óók dat dit verhaal toekomst heeft? We
geloven toch niet in iets van het verleden? Waar is dan toch die identiteit van
christenen? Worden wij herkend omdat wij samen Jezus Christus beleven en ergens
voor staan?
Als we spreken over de Kerk, hebben we het dan over een
missionaire gemeenschap? Jezus heeft niet tegen zijn apostelen gezegd: “Hou dit
binnenskamers.” De katholieke Kerk is geen esoterisch genootschap, maar een
open gemeenschap. Open om met alle mensen te delen waar wij in geloven en wat
ons gelukkig maakt. Ja, ook als wij eigenlijk zouden denken: ‘is dat niet
onzinnig’, of ‘is dit nu wel de juiste gelegenheid’ – juist dan geloven wij dat
de heilige Geest ons moed geeft om te getuigen met ons leven en ook nog met
woorden. Zo komt Jezus Christus en zijn Blijde Boodschap bij de miljoenen
hunkerende mensen.
Als we spreken over de Kerk, dan denk ik wel eens: nee, wij
zijn veel te veel bezig met onze eigen navelstaarderij. Katholieken zijn veel
te bezig met hun eigen structuren, reorganistaties, met het gezag van Paus en
bisschoppen, met kwesties als het celibaat en de plaats van de vrouw in de Kerk
– allemaal heel belangrijk in het kader van onze eigen navel, maar feitelijk
bijzaak, helemaal bijzaak!
Als we spreken over de Kerk, dan denk ik ook aan al die
mensen die wachten op zin en verlossing. Juist nu misschien, in die hele wereldwijde
pandemie. Wij mopperen over de vele gedoopte schapen die niet naar de Kerk
komen, maar zoeken we echt naar hen? Als Jezus spreekt over 99 schapen en één
verlorene, dan vindt iedereen het sympathiek dat Jezus dat ene verlorene gaat
zoeken. De 99 redden zich wel. Maar wij? Wij zien er 10 in de stal en 90 buiten
lopen en wat zeggen we: laat die zich maar redden, wij hebben problemen zat met
ons tienen? Kom op zeg! Wat is dat voor een Kerk? Is dat de gemeenschap van
Jezus of de Goede Herder? Vinden we het dan gek dat we geen antwoorden hebben
in onze samenleving die steeds onrustiger wordt en waar mensen zich steeds meer
afvragen wat we moeten doen?
Nee, als we spreken over de Kerk, dan zouden we eerst moeten
denken aan onze eigen keuze en opdracht als christen: leerling van Jezus te
worden. Dat is onze identiteit! Wij zijn gedoopt en gezalfd met de heilige
Geest. Wij hebben de opdracht om zelf altijd optimistisch te zijn, zelf te
gelóven waarvoor we staan, onze identiteit hoog houden, naar onszelf en daarna
ook naar anderen. En zelf de hand aan de ploeg slaan voor het Rijk Gods. Niet
door alles te verwachten van de priesters, dat is klerikalisme. Priesters
hebben we nodig voor de sacramenten, maar niet als loopjongens. Zelf de handen
uit de mouwen steken en zelf het evangelie verkondigen aan al die mensen die
rand- of buitenkerkelijk zijn. Niet de priesters maken de parochies, maar de
parochianen. Als zij echt een aanstekelijke geloofsgemeenschap zijn, dan bloeit
de Kerk; als zij zelf lauwe, burgerlijke, ontevreden, activistische mensen zijn
die niets meer te melden hebben over Jezus en het evangelie dan ‘eh, eh, ja,
een bijzonder voorbeeld’, ja dan hoeven we aan zo’n gemeenschap ook niet een
van die weinige priesters te verspillen.
Als we spreken over de Kerk, laten we dan spreken over de
vraag hoe wij nu, zoals we hier aanwezig zijn, het echt Pinksteren kunnen laten
worden anno 2020. Hier en nu, dat vuur van de heilige Geest. In onszelf om het
echt te delen met alle mensen om ons heen. Naar buiten, erop uit zoals de Paus
zegt, naar de marges van Kerk en samenleving, weg van al die binnenkerkelijke
problemen, aan de slag met je geloof. Dat verdiepen, om te kunnen getuigen van
Jezus die ons leeft. Ik wens u een zalig Pinksteren.
woensdag 27 mei 2020
Belangrijk nieuws over de parochie na 1 juni !
Nadat vorige week de protocollen van de bisschoppen over het
vieren in de anderhalve-meter-tijd zijn gepubliceerd, kunnen wij u nu vertellen
hoe wij dat in onze parochie kunnen gaan toepassen.
De langverwachte extra
lange nieuwsbrief voor de parochiële exitstrategie dus. Met bijsluiter.
U vindt hem HIER < KLIK OP DE LINK IN DEZE TEKST >
woensdag 20 mei 2020
Live uitzending Hemelvaartsdag vanuit de Lambertuskerk
Op Hemelvaartsdag is de eucharistie vanuit de Lambertuskerk rechtstreeks te zien op YouTube.
LINK HIER
De viering begint om 11:00 uur.
LINK HIER
De viering begint om 11:00 uur.
Lezingen en overweging voor Hemelvaartsdag
Eerste Lezing (Hand.1,1-11)
Mijn eerste boek, Teófilus, heb ik geschreven over alles wat
Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag, waarop Hij zijn opdracht gaf aan
de Apostelen die Hij door de Heilige Geest had uitgekozen, en waarop Hij ten
hemel werd opgenomen. Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij
in leven was. Hij verscheen hun gedurende veertig dagen en sprak met hen over
het Rijk Gods. Terwijl Hij met hen at beval Hij hun Jeruzalem niet te
verlaten, maar de belofte van de Vader af te wachten die, zo zei Hij, gij van
Mij vernomen hebt: "Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele
dagen gedoopt worden met de Heilige Geest." Terwijl zij eens bijeengekomen
waren stelden zij Hem de vraag: "Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israël
het koninkrijk herstellen?" Maar Hij gaf hun ten antwoord: "Het komt
U niet toe dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld.
Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over U komt, om mijn
getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het einde der
aarde." Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en
een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen
nastaarden, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen die zeiden:
"Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? "Deze
Jezus die van U is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren
als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan."
Psalm 46
Refrein: God stijgt ten troon onder luid gejuich, de Heer
met geschal van bazuinen.
Alle volkeren, klapt in de handen, jubelt voor God met blij
geroep. Want groot is de Heer en alom geducht, een machtig vorst over heel de
aarde. Refrein
God stijgt ten troon onder luid gejuich, de Heer met geschal
van bazuinen. Zingt nu voor God, laat klinken uw zang, voor onze koning een
loflied. Refrein
Koning is God over heel de aarde, zingt dus een psalm voor
Hem. Koning is God over alle naties, zetelend op zijn heilige troon. Refrein
Tweede Lezing (Ef.1,17-23)
Broeders en zusters, Ik smeek de God van onze Heer Jezus
Christus, de Vader der heerlijkheid, U de Geest te geven van wijsheid en
openbaring om Hem waarachtig te kennen. Moge Hij Uw innerlijk oog verlichten
om te zien, hoe groot de hoop is waartoe hij U roept, hoe rijk de heerlijkheid
van zijn erfdeel te midden der heiligen en hoe overgroot zijn macht is in ons
die geloven. Dezelfde sterkte en kracht heeft Hij betoond in Christus, toen
Hij Hem opwekte uit de dood en zette aan zijn rechterhand in de hemelen, hoog
boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden en boven elke naam
die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige tijd. Alles
heeft God onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij
als Hoofd gegeven aan de kerk die zijn lichaam is, de volheid van Hem, die het
al in alles vervult.
Alleluia
Alleluia, Gaat nu en maakt alle volken tot mijn leerlingen.
Ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding der wereld. Alleluia.
Evangelie (Mt.28.16-20)
In die tijd begaven de elf leerlingen zich naar Galilea,
naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wierpen ze zich
in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden. Jezus trad nader en sprak tot
hen: "Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt
alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de
Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik U bevolen
heb. Ziet, Ik ben met U alle dagen tot aan de voleinding der wereld."
Homilie
Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen, pastoor? Vandaag
vieren wij dat Jezus die weg is voorgegaan. Hij is thuisgekomen, in het huis
van de Vader waar volgens eigen zeggen ruimte is voor velen. Wat is die weg
naar de hemel? Waar hebben wij onze routeplanner? Staat de weg op een
internetpagina? Eén van Jezus leerlingen, Thomas, vroeg al eens aan Jezus:
“Heer, wij weten niet waar Gij heengaat, hoe moeten wij dan de weg kennen?”
Waarop Jezus maar één antwoord had: “Mijn beste, Ik ben de weg, de waarheid en
het leven.”
Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen? Een interessante
vraag voor Hemelvaartsdag, met een verbluffend antwoord: “Ik, Jezus, ben zelf
de weg, de waarheid en het leven.” Jezus is voorgegaan, niet alleen letterlijk,
maar ook zijn hele levensweg. Wie Hem volgt, heeft eeuwig leven. Wie leerling
van Hem wil zijn, komt thuis. Wie gelukkig wil worden, op aarde zoals in de
hemel, zoekt op zijn eigen persoonlijke manier wat de weg van Jezus is voor
zijn eigen leven. En dan kom je er.
“Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen” is een vraag die
we ook mogen stellen aan Jezus’ moeder. Ja, welke weg wijst zij eigenlijk? Wij
zijn in de meimaand, de maand van Maria. Niet voor niets. Wij voelen ons thuis
bij haar en hopen dat zij voor ons leven iets van heil kan brengen. Het kan
goed zijn op Hemelvaartsdag even de aandacht te verleggen van al onze eigen
kleine noden en vragen, en omhoog te kijken. “Maria, kunt u ons iets zeggen
over de weg naar de hemel, de plaats waar u nu bent om voor ons te bidden?”
“Ja, mijn kinderen, daar heb ik iets over te zeggen.
Hetzelfde wat ik al eens eerder heb gezegd, toen mijn Zoon begon met zijn
openbaar leven. ‘Doe maar wat Hij u zeggen zal…’ Dat is de weg naar de hemel.
Dat is de weg die ik ook gegaan ben. Ik ben naar de hemel opgestegen omdat ik
Hem gevolgd ben op zijn weg, altijd de wil heb gedaan van de Vader. Ga en doe
evenzo…”
Ja, wij kunnen iets zeggen over onze weg naar de hemel. Aan
de hand van Maria gaan wij de weg van Jezus en het antwoord op onze vraag
resoneert in onze oren: Volg Mij… Volg Mij… Volg Mij… Volg Hem op de weg van de
waarheid naar het leven. Volg Hem met heel je leven, je hart en je handen en je
zult in vrede zijn, thuiskomen, eens opstijgen naar het huis van de Vader dat
geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord maar waarvan wij in geloof en
hoop weten dat het ook voor ons is weggelegd. Wees Jezus’ leerling, zoals het
een missionaire gelovige anno 2020 betaamt.
De vraag stellen “Kunt u mij de weg naar de hemel
vertellen?” is dan ook de vraag naar: “wat is mijn eigen weg, mijn eigen
roeping, mijn eigen vraag naar wat God van mij wil”. Voor iedere mens is dat:
een heilig leven als leerling van Hem. Wie Jezus’ weg gaat tot het einde toe,
wie leeft aan de hand van Moeder Maria, wordt heilig – ook zonder de Paus die
dat plechtig bevestigt. Het is een roeping voor ons allemaal. Maar zouden wij
ons in het licht van deze Hemelvaartsdag niet de vraag mogen stellen: vraagt
God misschien méér van mij dan ik nu doe? Vraagt Hij misschien een weg die nog
meer ten dienste staat van Hem en zijn Kerkgemeenschap? Zou ik mijn leven nog
meer mogen geven om anderen te helpen de weg naar de hemel te vinden?
“Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen?” is een vraag
die wij ook bijzonder aan een priester zouden mogen stellen. Wij mogen helpers
zijn in de wijngaard van de Heer – om mensen te helpen op de weg van Jezus
Christus. Om voorbeeld te zijn dat het Rijk der Hemelen de moeite waard is om
voor te leven en te sterven. Dat het waar is dat Jezus voor mensen alles kan
zijn, waard om Hem te volgen waarheen Hij ook gaat.
Kunt u helpen om mensen de weg naar de hemel te wijzen?
Jazeker. Als wij zelf Jezus willen volgen, mogen wij ons hart openen voor
andere mensen. Als wij geloven dat Zijn weg ons geluk is, willen wij dat
anderen ook gunnen. Als wij graag bij Maria komen, willen wij ook delen in haar
moederlijke zorg voor alle verloren schapen van de Kerk. Als wij iets goeds
willen doen om mensen op de weg naar de hemel te helpen, laten wij dan met
Maria in gebed gaan. Wij staan aan het begin van de noveen ter voorbereiding op
Pinksteren. Maria ging met de apostelen in gebed om de komt van de heilige
Geest. Als de Kerk van nu iets nodig heeft, is het voorgangers op de weg van
Jezus’ navolging. Heiligen, mensen die helemaal willen leven voor Jezus en zijn
Rijk der Hemelen. Priesters ook, die op een bijzondere manier willen leven voor
Christus en hun medemensen de weg naar de hemel mogen wijzen.
Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen, pastoor? Ja, dat
kunnen wij. Met Maria wijzen wij naar Christus, de weg, de waarheid en het
leven. Volg Hem. Dan komen we thuis. En wil Jezus dan een handje helpen om te
bidden dat heel veel mensen die weg vinden en dat er ook altijd mensen mogen zijn
die wegwijzers willen zijn naar de hemel.
vrijdag 15 mei 2020
Nieuwsbrief 15 mei
Wij bieden u deze nieuwsbrief aan.
https://drive.google.com/open?id=1GuqNjHhNtxX3GubmeDTGTtaaXhy95z0R
https://drive.google.com/open?id=1GuqNjHhNtxX3GubmeDTGTtaaXhy95z0R
Hiermee hopen we u op de hoogte te houden van de recente
ontwikkelingen.
Zo gauw er meer bekend is over de openstelling van de
kerken, komt er weer een nieuwsbrief!
Volgende week is het Hemelvaartsdag. Wij kondigen nu reeds
aan dat we dan een rechtstreekse viering vanuit de Lambertuskerk uitzenden op
ons YouTube kanaal: https://www.youtube.com/watch?v=hMvcde3RqK8.
Deze streaming is mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van
Stichting Steun Welzijnszorg, waarvoor hartelijk dank!
Van Asten Media (foto's hieronder) verzorgt
de technische kant van de uitzending, ook hen zeggen we dank voor de samenwerking!
donderdag 14 mei 2020
Overweging en lezingen zondag 17 mei
Eerste Lezing Hand.,
8, 5-8. 14-17
In die dagen kwam de diaken Filippus in de stad van Samaria
en predikte daar de Messias. Filippus' woorden oogstten algemene instemming
toen de mensen hoorden wat hij zei en de tekenen zagen die hij verrichtte. Uit
vele bezetenen gingen de onreine geesten onder luid geschreeuw weg en vele
lammen en kreupelen werden genezen. Daarover ontstond grote vreugde in die
stad. Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord Gods had
aangenomen, vaardigden zij Petrus en Johannes naar hen af, die na hun aankomst,
een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen.
Deze was namelijk nog over niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt
in de naam van de Heer Jezus. Zij legden hun dus de handen op en ze ontvingen
de heilige Geest.
Antwoordpsalm uit psalm 65 (66)
Refrein: Jubelt voor God, alle landen der aarde.
-- Jubelt voor God, alle landen der aarde, bezingt de heerlijkheid
van zijn Naam. Brengt Hem hulde en zegt tot uw God: verbijsterend zijn al uw daden.
Refrein
-- Heel de aarde moet U aanbidden, bezingen uw heilige Naam.
Komt en aanschouwt wat God heeft verricht, ontstellende daden onder de mensen. Refrein
-- Hij maakte de zee tot een droge vallei, zij gingen te voet
door de bedding. Laten wij juichen van vreugde om Hem die eeuwig regeert door
zijn macht. Refrein
Tweede Lezing 1 Petr.,3, 15-18
Dierbaren, Heiligt in uw hart Christus als de Heer. Weest
altijd bereid tot verantwoording aan alwie u rekenschap vraagt van de hoop die
in u leeft. Maar verdedigt u met zachtmoedigheid en gepaste eerbied, en zorgt
dat uw geweten zuiver is. Dan zullen zij die uw goede christelijke levenswandel
beschimpen, met hun laster beschaamd staan. Hoeveel beter is het, zo God het
wil, te lijden voor het goede dat men doet dan straf te ondergaan voor
misdrijven. Ook Christus is eens voor al gestorven voor de zonden, de Rechtvaardige
voor de onrechtvaardigen, om ons tot God te brengen. Gedood naar het vlees,
werd Hij ten leven gewekt naar de Geest.
Alleluia
Alleluia. Als iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord
onderhouden, zegt de Heer; en Wij zullen tot Hem komen. Alleluia
Evangelie Joh.,
14, 15-21
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Als gij Mij
liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op mijn gebed u
een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de
waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en
niet kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet
verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug. Nog een korte tijd en de wereld ziet
Mij niet meer; gij echter zult Mij zien, want Ik leef en ook gij zult leven. Op
die dag zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u. Wie
mijn geboden onderhoudt, die hij heeft ontvangen, hij is het die Mij liefheeft.
En wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden; ook Ik zal hem
beminnen en Ik zal Mij aan hem openbaren."
-------------------------------------------------------------------
Overweging (door pastoor Seidel)
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? In onze tijd
houden veel mensen niet van geboden. Niet als ons door premier Rutte van allerlei
beperkingen worden opgelegd met coronamaatregelen. En zeker niet als die door
God of de Kerk worden gegeven. Mensen voelen zich vrij, en daarbij past niet
zoiets als dwang van buiten. Wij kunnen zelf goed uitmaken wat we moeten doen –
zeggen mensen dan. Of we anderhalve meter afstand moeten houden. Of we thuis
moeten blijven. Of we God op de eerste plaats zouden moeten stellen. We houden
niet van handhavers, we willen het zelf in de hand hebben.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Jezus zegt
vandaag verschillende keren “Wie Mij liefheeft, onderhoudt mijn geboden”. Zou
het er aan liggen dat mensen tegenwoordig niet meer van Jezus houden?
Ongetwijfeld is dat bij velen zo. Wie bij de naam Jezus niets meer voelt, wie
onverschillig is of Hij nu wel of niet verrezen is, wie in God gelooft zonder
Kerk en zonder per se in Jezus te geloven, ja, iemand die zó denkt, wordt niet
koud of warm van Jezus – en wie onverschillig is, houdt ook niet van iemand.
Maar zouden we alleen daarom moeite hebben met de geboden?
Omdat wij in een gedoogland leven, omdat Jezus’ liefde sommige mensen minder
aanspreekt? Er wordt in het evangelie nog méér gezegd: Jezus blijft bij ons in
de kracht van de heilige Geest. De Geest van de waarheid, de Geest die in ons
zal zijn, de Geest die laat leven. Wie zich door die Geest laat leiden, zal
Jezus beminnen en daarom ook een relatie met de Vader van Jezus Christus
hebben.
Als mensen moeite hebben met de geboden, dan zou het dus ook
wel eens een zaak kunnen zijn van ons hart. Niet alleen het hart van liefde
voor Jezus Christus, maar ook omdat geloven en leven – als we eerlijk zijn –
vaak zo oppervlakkig en snel is geworden. Alle dingen van grote waarde lijken
tussendoortjes te worden: onmiddellijke bevrediging gewenst. Het zou ook wel
eens de reden kunnen zijn waarom veel landgenoten vandaag de dag alles willen
‘voelen’. Niets is zo gemakkelijk als een gevoel waar je niet steeds bij hoeft
na te denken. Niet moeilijk doen met zware woorden en begrippen… Het hart van
de mens heeft echter ook diepere verlangens, verlangens naar echte relaties die
tijd nodig hebben, om ze te vinden en te onderhouden. Diepe verlangens naar
vrede en zekerheid die niet onmiddellijk te voelen zijn. Verlangens die
gemakkelijk overschreeuwd worden door teveel consumptie en te weinig
contemplatie. Verlangens die gewekt en gekoesterd worden… in de kracht van de
heilige Geest, de Geest der waarheid die de Vader geeft aan wie het geduld
heeft zich te laten beminnen en zelf terug te beminnen.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Als ons hart
open staat voor de heilige Geest, is het een huis waar de geboden van harte en
niet uit winstbejag worden beleefd. De geboden van Christus: de twee grote van
God beminnen en de naaste als onszelf. De twee geboden die één zijn in het
woord ‘liefde’. Wie Christus bemint, logisch dat hij ook God – diens Vader – en
de mensen – diens broers en zussen – zal beminnen. Maar daar gaat aan vooraf:
‘beminnen zoals we onszelf beminnen’. Waarom zouden we moeite hebben met de
geboden? Omdat mensen soms te druk zijn om zichzelf écht te beminnen. Nee,
egoïsme en narcisme vinden we niet moeilijk, maar dat is geen liefde. Jezelf
écht beminnen wil zeggen: jezelf zien in relatie tot God en anderen. Jezelf
beminnen omdat je wordt bemind. Dat is gezond evenwicht, naar wie je zelf bent
en naar anderen. Dat heeft tijd nodig en geduld.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Na het voorafgaande
zouden we ons mogen afvragen: zijn wij genoeg thuis bij God, onze naaste en
onszelf? Laten wij ons door de heilige Geest leiden in het voetspoor van Jezus’
liefde? Zoeken wij naar de diepte van ons hart, naar wat ons echt vrede geeft,
of laten we ons meeslepen door de oppervlakkigheid van consumeren en directe
bevrediging? Als wij leven naar de Geest, en vanuit ons hart Christus leren
vinden en beminnen, ja, dan hebben wij vanzelfsprekend geen moeite meer met
zijn geboden. Want dan is het de beloofde heilige Geest die in ons is, en die
we kennen omdat we thuis zijn bij ons diepste innerlijk. Daar zullen God en de
naaste van harte worden bemind en de geboden niet zwaar meer zijn.
maandag 11 mei 2020
Overleden: emeritus-pastoor Ton Sanders
In Huize Glorieux in Eindhoven, is in de nacht van 11 mei
overleden, emeritus-pastoor Ton Sanders. Hij werd 91 jaar. Geboren en getogen
in het centrum van Helmond, werd hij (net als zijn oudere broer) priester van
ons bisdom en droeg zijn eerste Mis op in de Lambertuskerk, in 1955. Hij werkte
op diverse plaatsen in ons bisdom, maar de langste tijd als rector van het St.
Jozefziekenhuis in Deurne, en na zijn vroege pensionering aldaar nog kort als
pastoor in Vlierden. Na zijn emeritaat woonde hij op een appartement in onze
parochie en bleef hij, zolang zijn gezondheid het toeliet, assisteren in onze
parochie en daarbuiten. Vanwege zijn afnemende gezondheid verhuisde hij naar
een verpleeghuis voor religieuzen in Eindhoven, waar hij na een kort ziekbed,
ten gevolge van een Corona-besmetting, overleed.
Wij kennen pastoor Sanders in onze parochie als een
gedreven en gelovige priester, die op zijn oude dag nog vol vuur kon zijn, met
zingen, preken en spreken. Hij leefde in de geest van de charismatische
vernieuwing, vanuit de kracht van de Heilige Geest, en dat droeg hij ook uit.
Wij zijn dankbaar voor zijn inzet en toewijding, en het delen van zijn geloof,
ook voor onze parochie.
Als priesterzoon van onze Lambertusparochie gaan wij hem
(overeenkomstig zijn eigen wens), vanuit de Lambertuskerk begraven rond de
Calvarieberg op de begraafplaats aan de Molenstraat. Helaas moeten wij de
uitvaart, vanwege de coronamaatregelen, in besloten kring doen plaatsvinden.
Wij kunnen u daarom niet massaal uitnodigen voor de viering.
Maar laten wij in de geest van Ton, vol vertrouwen op
Jezus en de verrijzenis, voor hem bidden, dat hij nu in de hemel met zijn Heer
mag leven voor eeuwig.
(Foto's
van onze website heiligelambertus.nl)
vrijdag 8 mei 2020
Overweging voor zondag 10 mei
Gewoonlijk spreek ik via YouTube een overweging in. Helaas zie ik dat die door steeds minder mensen wordt bekeken. Daarom vandaag een geschreven homilie. Over vrijheid. Over Maria. Ik wens u een goede zondag toe.
Pastoor Seidel
HOMILIE
Maria was de meeste vrije
mens die ooit heeft geleefd... en daarom werd zij de nederige dienstmaagd des
Heren. Afgelopen week met bevrijdingsdag en tevens de eerste week van de
meimaand, durven wij deze stelling te overdenken: de meest vrije mens wordt
nederige dienstmaagd. In veler oren zal dat klinken als een paradox: vrij en
dienstmaagd. Die veler oren zijn dan wellicht sterk gevuld met de invulling van
vrijheid zoals die thans overal rondom ons heen wordt aangeprezen: vrijheid is
zelfontplooiing, keuzevrijheid van het individu. Nederige dienstmaagden worden
al snel geassocieerd met slavernij.
Maar de paradox. De
vrijheid die 75 jaar geleden werd bevochten, was immers geen doel in zich,
althans, dat wil ik hopen. Soms zal de bevrijding van het Nazi-slavenjuk wel
eens het enige zijn geweest waar men naar verlangde, ongeacht wat er op volgde,
maar in wezen verlangde men naar een positieve vrijheid. Geen ‘bevrijding-van’,
alleen negatief, maar ‘bevrijding-om’, positief. De bevrijding van de
onderdrukking als basis om je vrij te kunnen inzetten. Vrijheid om het doel van
je leven weer te mogen beleven. Vrijheid om God te kunnen dienen en de naaste
als jezelf. Vrijheid om als mens weer een sociaal wezen te mogen zijn, om
liefde te kunnen geven aan wie je wil. Vrijheid om zelf te kunnen uitgroeien en
anderen te kunnen laten groeien naar hun bestemming in het leven. Een positieve
vrijheid, die nooit alleen naar zichzelf kijkt, maar altijd de ander in zijn of
haar liefde betrekt.
De broederlijke en
zusterlijke liefde, is het criterium voor een vrije maatschappij. Een
samenleving die vrije individuen produceert, die elkaar vergeten, die elkaar
misschien zelfs het licht niet in de ogen gunnen, dat is geen samenleving maar
een zelfbeleving. Dat is een groep individuen die de vrijheid niet waard is, en
de gevangene is van zichzelf. Een dictatuur van ikjes.
Maria is in dat licht de
meest vrije vrouw die ooit heeft geleefd. Zij was van de ontvangenis in de
Moederschoot gevrijwaard van zonde. Let wel: ge-vrij-waard. Dat woord betekent
veel. Vrij van... en daarmee bezat zij de meest grote innerlijke en uiterlijke
vrijheid om te beminnen. Haar vrijheid-van was de basis voor een leven dat
geheel en al beschikbaar was. Beschikbaar voor medemensen die nog zuchtten
onder het juk van de zonde, van de innerlijke en uiterlijke slavernij. Maria’s vrijheid werd pure liefde voor de onvrijen,
en daarom wilde zij zijn: klein, delend in het lijden van de zondeslavernij,
nederig, om de wil van God te vervullen die wilde dat alle mensen werden
bevrijd, en dus: dienstbaar aan de mensen, dienstbaar aan de wereld, opdat die
zou kunnen worden verlost door de menswording van Gods Zoon. Dienstbaar door
een jawoord, dat betekende: levenslang knecht zijn met Christus, die zelf,
zoals Paulus zegt: “de gedaante van een slaaf op zich heeft genomen”. De
vrijheid van God die zich geeft in liefde, en de knechtschap van het menselijke
lichaam aanneemt. Zo ook Maria. De vrijheid van Maria, haar vrijwaring van de
zonde, kon haar tot niets anders brengen dan om de nederige dienstmaagd des
Heren te worden.
Zij die van Maria een soort
‘vernederde’ dienares maken, hebben een karikatuur gemaakt van haar vrijheid.
Niets vernedering. Liefde voor alle mensen! Geen onvrijheid, maar de grootste
vrijheid. Vrijheid om je te geven...
In deze meimaand, en op de
herdenking van onze eigen vrijheid, wil ik U heel concreet Maria voorhouden.
Wij delen in haar vrijheid, als wij ons tot Christus bekeren, gelovig Hem
toelaten in ons leven, en leven vanuit zijn genade. Wij zijn ook verlost van de
zonde, zij het niet van de moederschoot af. Onze wereld daagt ons voortdurend
uit om de vrijheid te misbruiken: om je NIET te geven, om de vrijheid tot een
bezit te maken voor jezelf. Maria laat ons zien, dat echte vrijheid altijd
gevende vrijheid is, dat het de wereld in de armen sluit, dat het liefde geeft,
levenslang, tot het lijden toe. Gaan wij in deze tijd in Godsnaam aan de hand van Maria. Het klassieke lied van Maria
Sterre der Zee kent de nog immer actuele zinsnede: “Bedreigen ons noodweer of
storm op ons baan, is het scheepj’ onzer ziel in gevaar te vergaan; bedaar o
Maria, de storm op uw bede, geleid ons door’ t leven...” Ik moet daar aan
denken vandaag en ook in deze rare tijd van coronacrisis. De stormen van
onvrijheid van de liefdeloosheid, de angst voor ziekte, ze waaien rondom ons
heen, en ze trekken onze ziel in de afgrond van slavernij. Willen wij dankbaar
onze moeizaam bevochten vrijheid gebruiken, aan de hand van Maria, om deze
wereld meer liefde te geven. Zeggen wij ja met Maria, om in onze samenleving
vrije dienstknechten te zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)